Drie kleine kleutertjes

 

Daar stonden ze, in hun achtertuin, en keken naar mij, hun Oma.
Ze snappen er niks van, waarom ik niet bij hen ben om met ze te spelen en hen te knuffelen. Ze zijn pas 3 en 1 jaar, te klein om ze te vertellen over Corona.
Ik lach naar ze en roep........’ laat eens zien hoe goed jullie al kunnen springen op de trampoline’, meteen keren ze zich om en klimmen op de trampoline. De kleinste van 1 jaar blijft naar me kijken, en steekt zijn handje naar me uit.
Ik verkramp, hou me goed en klap in mijn handen om te laten zien en horen hoe goed ze al kunnen springen. Mijn kleinkinderen. Zo dichtbij en toch zo ver af.

Hun vader en moeder hadden hen verteld dat Oma fietsjes, met trappers, kwam brengen. Ze zijn ‘uit’ de loopfietsjes en klaar voor een nieuwe stap. Ik mocht daar onderdeel van zijn, had leuke fietsjes op de kop getikt via Facebook en zou ze komen brengen. En hen helpen bij het leren fietsen.
Ze waren ‘uitgesprongen’ en ik liep via het parkje, van waaruit ik hun tuin kon zien, naar mijn auto om de fietsjes te pakken. Ik kon mijn tranen niet inhouden maar deed mijn best er vrolijk uit te zien. Ze zaten met hun moeder, mijn schoondochter, op de stoep voor hun huis. Renden op me af toen ik de fietsjes op de stoep zette.

Ik liep naar ze toe, onbewust en automatisch, hielp ze op de fietsjes. Niet doen, schoot door me heen, afstand houden van de kinderen. Ik liep achteruit en liet het aan mijn schoondochter over de kinderen en de fietsjes op te pakken. Voelde me schuldig dat ik ze toch even had aangeraakt. Dom, dom, dom. Al die automatismen!
Mijn hart bonkte in m’n lijf, wat een ellende! Ik stapte vlug in mijn auto om maar zo snel mogelijk daar weg te zijn. Weg van al dat moois en liefs, mijn kleinkinderen.

Realiseerde me dat dit mogelijk weken, zo niet maanden, kon duren. Niet te geloven.
Dacht toen aan al die mensen die ook zoiets, of ergers, nu mee maken, ouders die hun kinderen niet kunnen opzoeken, hun kleinkinderen niet kunnen zien en knuffelen. En vooral al die ouderen, in hun verpleeghuizen, die hun kinderen en kleinkinderen alleen op afstand kunnen zien.Wat een eenzaamheid en verdriet. En onze zieken en stervenden, erger kan het bijna niet.

Vandaag stuurde mijn zoon de eerste filmpjes, mijn kleinkinderen, wiebelend op hun fietsjes, hun kleine voetjes nu nog van de trappers glijdend. Ik zie in gedachten hoe mijn moeder, zijn Oma, hollend achter hem aan rende toe hij leerde fietsen. Gelukkig heb ik de herinneringen, gedachten en beelden, nog. Dat troost, herinneringen, roep ze op en laat ze jou ook helpen.

Wat wil ik met dit verhaal zeggen? Dat, wij allemaal, nu te maken hebben of krijgen met bijzondere emoties. Gevoelens die we misschien lange tijd niet nodig gehad hebben; het ging zo goed allemaal, in ons land. Dat heeft ons misschien ook minder aandachtig gemaakt, minder behulpzaam, minder ‘verbindend’?
Dat zou nu, met Corona, anders kunnen en moeten. Wat is daar voor nodig?

Bewustwording, wat gebeurt er en wat denk en doe ik? Het accent op IK.
Besluit nemen: hoe kan IK mezelf maar en ook anderen helpen?
Elke dag opnieuw beoordelen...wat doe ik vandaag met Corona, om zelf niet ziek te worden en zodoende anderen te beschermen? Helpt dat? En actie nemen!
Alles binnen de adviezen van de overheid en deskundigen.
Elke avond nagaan of je tevreden bent over of en hoe je geholpen hebt!
We zien al prachtige en helpende acties van mensen, chapeau! Nu wij.

Wie wil zichzelf en anderen helpen? Jij ook? Wees je vanaf nu heel bewust van de huidige situatie, bedenk wat jij kunt doen om te helpen, verbind je met anderen ( op afstand kan heel veel).
Dank dat ik dit bericht mocht delen met je. Zorg heel goed voor jezelf!

Astrid Hoogeveen